graad

{{graad}}{{/term}}

1 [algemeen]degré 〈m.〉

2 [rang die aan een studerende wordt toegekend] grade 〈m.〉(<afkorting> gr.)

♦voorbeelden:

1   graad van ontwikkeling • (un) stade de développement

     in de hoogste graad • au dernier degré

     verwantschap in de tweede graad • parenté du second degré

     een vergelijking van de derde graad • une équation du troisième degré

     hij heeft 41 graden koorts • il a 41 de fièvre

     een hoek van 45 graden • un angle de 45 degrés

     dertig graden boven nul • plus trente (degrés)

     het is tien graden onder nul • il fait moins dix (degrés)

2   academische graad • grade universitaire

Deens-Russisch woordenboek. 2015.